vrijdag 30 maart 2012

Wat ik nog weet van Roodeschool

Lang, lang geleden toen mijn man nog mijn vriendje was en we net in Stad woonden, besloten we dat het tijd werd om het ommeland eens te gaan bekijken. Omdat we nog geen auto hadden, fietsten we op een zondagmiddag naar het station om in de trein naar Roodeschool te stappen. Alleen die trein was al een beleving. We hadden ons jaren in en uit overvolle studententreinen gevochten. Oude Duitse coupe's met stoffige bekleding, dubbeldekkers waar je soms ineens stond in een rookcoupé. En toen de diesel naar Roodeschool. Eén wadlopertje met een wagonnetje. Eén conducteur en vijf passagiers aan boord. Drie mensen die wisten waar ze naar toe wilden en wij.

Wij reden doelloos door dat eindeloze lege landschap. Geboren en getogen in de Veluwezoom was ik toen de schoonheid van Groningen nog aan het leren zien. Ik zag niks. Hoogspanningsmasten met af en toe een schaap. Ik wist nog niet hoe je leegte zien moest. We reden langs plaatsjes met exotische namen. Sauwerd, Baflo, Usquert, het was nog een vreemde taal.
Na een uur doemde er een strook beton op langs het spoor met een blauw bord erbij. Roodeschool. Nu we er waren, stapten we maar uit.

Wat ik nog weet van Roodeschool. Het had een chinees restaurant, er stonden mooie huizen en het was er koud en doodstil. Het was niet echt een plaats om de zondagmiddag door te brengen. Toch liepen we een uur door het uitgestorven dorp wachtend op de trein terug naar Stad. Tien minuten voordat de trein zou arriveren, kwam er een echtpaar aangewandeld. Ze liepen op hun gemak midden over straat. Tot ze vlakbij het station aangekomen over een hegje een voor ons willekeurige voortuin instapten en strak naar binnen gingen kijken. “Ze hebben een nieuw bankstel! ”, was het tevreden commentaar. Ze liepen de tuin uit naar het station en stapte even later in Uithuizermeeden uit.

Vijftien jaar later is dit mijn eerste associatie met Roodeschool. Extreme nieuwsgierigheid. Misschien geheel ten onrechte. Maar toch denk ik dat dit echtpaar de reden is dat we nooit gevallen zijn voor zo'n mooi, goedkoop pand met veel grond in een klein Gronings dorp. Iedere keer als Funda echtgenoot of mij verleidt, fluistert een van ons: Het bankstel in Roodeschool.

En toch. Wat weet ik nu van Roodeschool na een uur? Een uur waarin ik slechts één echtpaar een redelijk bizarre zin hoor uitspreken. Misschien is Roodeschool wel een broeinest van straattheater en waren wij toevallig het enige publiek.

Je weet het niet, een eerste indruk is maar een eerste indruk. En toch een kleine anekdote kan een groot verhaal vertellen en soms denk ik dat het Roodeschool-syndroom mij daarom belemmert. Soms als ik enthousiast iets vertel krijg ik het ineens heel warm en blijf even hangen. Me totaal van mezelf bewust. Wordt dit mijn verhaal? “Marieke, Oh die met dat kleine hoofdje? Ik praatte eens met haar en toen zei ze heel overdreven...”

Niets zeggen, is voor mij geen optie. Ik ben daar van nature ongeschikt voor. Daarom schrijf en praat ik tegenwoordig maar zo echt mogelijk. Helemaal Marieke en niemand anders. Zodat het verhaal in iemands hoofd maar echt over mij gaat. Maar ik vind het niet makkelijk en daarom blijft het hier tot nu toe wat leeg....

dinsdag 6 maart 2012

Is de pijn misschien toch niet een ietsjepietsje verbeterd?

vroeg de zeer jonge dokter me gisteren. Misschien maar een heel klein tikkeltje. En ik zei ja. Want dat was duidelijk wat hij wilde horen. Dat klopte met zijn diagnose, of klopte hij met wat hij wilde horen dat het was? Want als het niet vooruitging had hij me al verteld stonden me revalidatieartsen te wachten en nieuw gips en jarenlange ellende. En bovendien moest hij dan nu een arts met een diploma gaan roepen terwijl het spreekuur al helemaal uitliep, zou hij de röntgenkamer verder belasten en moest hij waarschijnlijk wel het dossier van de patiënt in gaan zien. Maar  ik zei ja en vertoonde verder ook niet de zorgwekkende verschijnselen van diagnose  B dus ik mocht naar huis met de opdracht nieuwe schoenen te kopen, te stoppen met lopen en over twee maanden terug te komen.

Dus nu zit ik me thuis zorgen te maken. Want ik weet helemaal niet of de pijn erger is dan 6 weken terug. Het voelt erger omdat pijn 15 weken nadat je je teen breekt vervelender is dan 7 weken nadat je je teen breekt. Het voelt minder erg omdat ik de afgelopen 6 weken blijmoedig heb gedaan of het eigenlijk allemaal wel mee viel. Bovendien: ik weet eigenlijk helemaal niet hoeveel pijn mijn teen zes weken geleden deed. Hij deed toen pijn en hij doet het nu.

Ik geloof dat de medische wetenschap mijn mogelijkheid om rationeel oordeel te beoordelen of iets meer of minder pijn doet dan 6 weken geleden, een beetje overschat. En dus maak ik me zorgen .want mijn antwoord bracht iets te veel opluchting te weeg bij dokter.

maandag 5 maart 2012

Stabilitas

Ik ben een boekje over Benedictijns richtlijnen voor het leven aan het lezen en kwam daar dit bericht tegen. Stabilitas, de kunst van het niet weglopen van degenen en hetgeen waaraan je je verbonden hebt.

Volhouden dus. In de periode waarin ik niet dagelijks op dit blog schreef, vierde ik mijn derde trouwdag wat in mijn geval betekent dat ik al 12 jaar getrouwd ben met de man die ik al 21 jaar liefheb. Ik kan het dus wel, niet weglopen van waaraan ik me verbonden heb. Het lukt me gewoon niet bij alles. In mijn geval zal stabilitas bij het bloggen waarschijnlijk betekenen dat ik zo af en toe weer opnieuw moet beginnen.

Waarom ik niet schreef? Er gebeurde te veel. Dingen die niet blogbaar waren. Dingen waar we weinig controle over hadden en dingen die tijd en aandacht vroegen. En gingen er dingen goed (ik en bovengenoemde man waren een heel weekend zonder kinderen in Amsterdam!) dan wilde ik daar hier en nu van genieten.

Overigens in Amsterdam liep ik over het Waterlooplein en vroeg me af of ik misschien ergens de afgelopen 20 jaar te oud geworden was voor Dr. Martens. Ik besloot van wel.

Vanochtend zat ik na  drie kwartier wachtten met een te jonge dokter in een te klein kamertje omdat 15 weken nadat ik het laatste treetje van de trap mistte, nog steeds niet pijnloos loop. De dokter maakte zich zorgen en was niet blij met mijn schoenen. Te zacht en te flexibel. Ik moet over twee maanden terugkomen, veel minder lopen en dagelijks werklaarzen aan.

Ik heb groene besteld. Dat is mijn lievelingskleur. Tot morgen!