zaterdag 24 juni 2017

Vroeger




Ik heb net een volstrekt onwetenschappelijk onderzoek gedaan. Ik typte in google de zin: “De maatschappij van tegenwoordig is”. Vervolgens las ik in de zoekresultaten hoe mensen die zin afmaken.  Je zou er spontaan depressief van worden. Ik vond klaagzangen over: de vergaande individualisering, het feit dat mensen niet meer met elkaar praten. Dat alles veel te prestatiegericht is, de watjesmaatschappij, en dat mensen te veel keuzes moeten maken. 

Kortom er is niet verandert in de wereld de afgelopen eeuwen. Vroeger was nog steeds alles beter. Denken we. Ik vraag het me steeds serieuzer af. In het boek dat ik op dit moment voor mijn theologische leesclubje aan het lezen ben, is veel zorg over de ethische implicaties van nieuwe technologie. Hoe ver gaan we met ivf? Met het uitbannen van ziektes. De zorg wordt gedeeld in mijn omgeving en natuurlijk wil ik ook dat we daarover nadenken.

Maar was het vroeger beter? Was de maatschappij zorgzamer voor een imbeciel kind dat 150 jaar geleden geboren werd dan voor een kind met een verstandelijke beperking dat nu geboren wordt? Ik waag het te betwijfelen. Al realiseer ik me ook dat de vergelijking met een kind dat nu niet geboren wordt eigenlijk niet te maken is.

In de kranten lees ik heel veel zorg over de zorg voor onze ouderen. In de verpleeghuizen heerst kommer en kwel en de zorg is beneden alle peil. Maar ik zie dat (gelukkig!) helemaal niet in het verpleeghuis waar mijn schoonmoeder woont. Ik zie verzorgenden die met empathie proberen het zo prettig mogelijk te maken voor bewoners. Die haar meenemen naar de markt en zelfs naar het zwembad. Mijn moeder heeft 40 jaar in de bejaardenzorg gewerkt en hier durf ik stellig te beweren: vroeger was de bejaardenzorg niet beter!

Soms is het heel duidelijk wanneer de romantiek het overneemt van de historische correctheid. Toen Sybrand Buma in het RTL-verkiezingsdebat meldde dat hij bang was dat de rechten die de vrouw in Nederland al 1000 jaar had door de Islam in het geding kwamen, was ik niet de enige die zich in zijn kop koffie verslikte. Soms is het subtieler. Het is zo verleidelijk om te denken dat wij moderne mensen veel meer last hebben van ongevraagde reclame-uitingen. Maar in het kookboek dat ik net uit de boedel van mijn schoonouders gered heb uit 1959 vliegt de productplacement je om de oren.

Weet je wat ik denk? Vroeger lijkt beter omdat je nu weet hoe het afgelopen is. Dat is wat er spannend is aan onze maatschappij. Dat we niet weten waar het naar toe gaat. Dat is een van de angstigste dingen. Voor iedereen die leeft, wanneer ook.  Ooit schreef ik het levensverhaal van een mevrouw die, terwijl ze over de hongerwinter vertelde, zei: Het ergste aan oorlog is iets dat ik je niet kan uitleggen. Iets dat je niet kan meevoelen. Je moet het je maar proberen voor te stellen: We wisten niet hoe het af zou lopen. We wisten niet of we nog een winter zouden moeten of nog twee.”

Het niet weten is eng aan oorlog maar is ook eng aan het leven. Achteraf is het simpeler. Dus wil je terug naar toen. Maar zo werkt de tijd niet. Je draait de maatschappij niet terug, het leven niet terug en ongetwijfeld kijken mijn achterkleinkinderen terug op deze tijd en denken: maar het was zo duidelijk toen hoe het moest. Want zij hebben op school geleerd of in de wereld gezien hoe het afliep. Met de ethische dillema’s, met privacy grenzen, met het milieu vermoedelijk. Dus laten we in onze keuzes nu niet te veel terugkijken, maar juist vooruit. Laten we hopen dat de burgers van de toekomst geldige redenen hebben om te denken: Leefde ik maar in het begin van de eeuw toen maakten ze de juiste keuzes…  

Deze column verscheen eerder in Kerk in Stad nummer 12, jaargang 18.

vrijdag 9 juni 2017

ronde cirkels



Toen ik iemand zijn moeder werd, werkte ik regelmatig thuis en had ik nog geen kinderopvang. In geval van grote stress of strakke deadlines kwam een studerende vriendin haar stufi aanvullen door op Stijn te passen. 
Ze was bij gebrek aan familie in de buurt onze vaste achtervang. Paste op zoon toen ik dochter baarde (en zat daarvoor weken met haar mobieltje aan in colleges) en een wonderbaarlijk weekend lang regelde ze hier kin
deren en hond terwijl man en ik Londen verkende.

Vandaag 15 jaar geleden werd ik moeder van een zoon en vanmorgen bracht zijn oppas haar dochter van een jaar voor de dag bij mij en heb ik de hele dag kind nummer 2 thuis na een operatie. Ik wilde iets passend schrijven over kringetjes die rond zijn en zo maar iets gearticuleerds komt er niet uit. Sterker nog ik heb al een aantal keer iets gewist dat er ongeveer zo uitzag:l.guttttttttttttttttp;yi………f

Kortom ik ben met terugwerkende kracht heel trots op alles dat ik ooit geschreven heb met  kinderen aan mijn rok. Vijftien jaar later snap ik echt niet meer hoe ik dat voor elkaar kreeg. En nu moet ik een luier verschonen, een katoenen in een kek kleurtje. En daar kan ik niet over mopperen want dat leerde haar moeder hier! 

vrijdag 2 juni 2017

Ambities voor beginners



Ik ben niet zo ambitieus. Of nee, ik ben wel ambitieus, maar ik kan daar niet zo veel mee. Ik heb had de neiging een ambitie op dezelfde manier te benaderen als de wens die je doet als je een vallende ster ziet. Je wenst heel vurig en praat er met niemand over want anders komt het niet uit. Bij vallende sterren heb ik wel eens gekregen wat ik wenste maar ik kan vrij slecht hardmaken dat er een oorzakelijk verband is. Bij ambities weet ik vrij zeker dat mijn methode niet werkt. 

Een reƫle ambitie is een haalbaar doel. Iets dat potentieel binnen je bereik ligt (een olympische medaille valt voor mij in de categorie: ga jij maar een avondje sterrenkijken), maar waar je naartoe moet werken. Waar je je voor moet ontwikkelen. Waar je dus anderen bij nodig hebt. Want in mijn eentje leer ik niks.

Toen ik in februari vorig jaar aan mijn imkercursus begon wist ik helemaal nog niet of ik wel bijen wilde. Het leek me boeiend en ik wilde iets leren. Zodra de praktijklessen begonnen, was ik verkocht. Ik wilde bijen, over een jaar of zo. Mijn docenten grinnikten daar eens om. Je leert het toch pas in de praktijk en waarom zou je eerst een jaar alles gaan vergeten wat wij je vertellen? Het feit dat ik met mijn handen die kast in durfde en tussen die wolken insecten durfde te staan, maakte me een beetje licht in het hoofd en voor ik het wist stond ik om me heen te roepen dat ik ergens een plek nodig had (en kreeg er nog een ook), recruteerde ik een partner zodat ik niet alleen op mijn neus zou gaan en werd ik lid van de vereniging van Carnica imkers omdat die beginnende imkers een volkje cadeau doen.  En dus kwam er een dag dat ik een bericht op mijn antwoordapparaat vond. Van een bedaarde, wat oudere imker uit Drenthe: 'Bel me even, ik heb een volkje voor je staan.

Het kwam voor geen meter uit. Op de dag dat ik de kast stond te schilderen, probeerden we ook heel hard thuiszorg voor mijn dementerende schoonmoeder en palliatieve zorg voor mijn stervende schoonvader te regelen. Maar ik wilde echt graag bijen. Ik had best heel redelijke excuses om het nog een tijdje uit of af te stellen. Maar ik wilde zo graag. Tegelijkertijd geloofde ik er nog weinig van.   
Het schilderen van die kast was daarom een beetje als het schilderen van de babykamer van je eerste kind. Je doet het omdat het verwacht wordt, alsof het zo hoort. Maar je gelooft toch niet echt dat daar een mensje in komt te wonen? Tijdens het schilderen was ik al wel een beetje trots. Ik was verder gekomen dan ik gedacht had met dat rare, voor mijn doen ambitieuze, ‘ik word imker’-project.  En nog niemand had me keihard uitgelachen.. De geheime angst achter mijn 'ambities houd je voor jezelf'- overtuiging.

Dus tijdens het schilderen, bedacht ik dat dat imkeren van mij wel een heel mooi oefenterrein is. Waar ik kan leren het net iets anders aan te pakken. En dus schreef ik een plannetje met ambities: Ik wil  kinderlessen geven, ik wil een mooie honingoogst, ik wil een volk of 5 op een stuk of 3 plekken. Ik wil ooit een toplattenkast en een vervolgcursus doen. En toen ik dat allemaal bedacht had, fietste ik langs de bouwmarkt en schafte voor 59 cent een bevestiging van mijn ambities aan.
Zo veel mensen vroegen mij het afgelopen jaar: 'Waarom staat er een 1 op jouw kast?' Omdat ik 5 kasten wil!  Mijn bijen kwamen levend de winter door, de honingkamer loopt mooi vol,  ik geef de komende maand iedere week wel een keer een kinderles, deze winter ga ik op vervolgcursus en kijk: kast 2 is geschilderd! Komende week maak ik een aflegger.

Ik ben er wel een beetje ambitieuzer van geworden! Dus let op ik wil nog veel meer in het leven en ik ga het hier delen!