Hoewel mijn familie ook
een prachtig vakantiehuisje aan zee bezit, staat daar slechts een wit
houten hekje om heen dat hooguit een paar 100 euro gekost heeft. Ik
durf dan ook niet te zeggen dat ik me kan verplaatsen in onze koning.
Daarvoor zijn onze
werelden te verschillend. Het scheelt een paar miljoen euro en een
hoop meer privacy. Desalniettemin kan ik me levendig voorstellen dat
onze koning in het openbaar weinig over zijn geloofsleven spreekt.
Dat is namelijk ongelooflijk lastig. En als ik iets zeg, zijn er niet
eens miljoenen mensen die daar iets van vinden.
Nu weet ik dat voor
veel mensen het geloof iets
is dat je van de daken schreeuwen moet. Die mensen stralen een enorme
zekerheid uit. Ik heb die zekerheid niet bezeten maar ook nooit
begeerd. Voor mij is geloven veel meer een zoektocht, een zoektocht
die ik deel met anderen, met mensen die ook twijfelend en aarzelend
dezelfde teksten lezen en blijven denken en zingen en ervaren.
Gezien
de predikant bij wie de koning belijdenis deed, vermoed ik dat hij
een medezoeker is. Dit zoeken naar God is een ongelooflijk
persoonlijk proces. Iets dat je kan en moet delen maar wel in
wederkerigheid met mensen die je vertrouwt. Zulke mensen zijn enorm
waardevol, voor mij en waarschijnlijk zeker voor een koning die vanaf
zijn geboorte een beetje van ons allemaal is. Ik kan goed begrijpen
dat koning Willem-Alexander dit deel van zijn leven, waarin hij naar
ik hoop voeding en inspiratie ontvangt, voor zichzelf houdt.
Ik
vind dat eigenlijk zelfs vrij vanzelfsprekend.
De voorzitter van onze kerken vond dat niet. In een interview in NRC Handelsblad melde ze: “Het is waar: tot nu toe is God niet sterk in zijn toespraken naar voren gekomen, en dat was opvallend. Ieder mens heeft het immers nodig om op een bepaalde manier te wortelen. Dus je gunt het de koning ook dat we kunnen horen hoe dat bij hem is.”
De voorzitter van onze kerken vond dat niet. In een interview in NRC Handelsblad melde ze: “Het is waar: tot nu toe is God niet sterk in zijn toespraken naar voren gekomen, en dat was opvallend. Ieder mens heeft het immers nodig om op een bepaalde manier te wortelen. Dus je gunt het de koning ook dat we kunnen horen hoe dat bij hem is.”
Ik
vind het een buitengewoon merkwaardige zin. Ze gunt het hem dat wij
dat weten? Op welke manier wordt hij daar beter van? Het is een
onhandige uitspraak die ik vooral vervelend vond voor
Willem-Alexander zelf. Hij weet als geen ander dat als hij zich
uitspreekt het ook niet goed zal zijn. Het zal te licht zijn of te
zwaar of andersgelovigen buitensluiten.
Toch bleef dit merkwaardige verhaal me dwars zitten. Vannacht wist ik ook waarom. Het gaat ook over u en over mij en over een merkwaardige blinde vlek van de kerk waar we lid van zijn.
Toch bleef dit merkwaardige verhaal me dwars zitten. Vannacht wist ik ook waarom. Het gaat ook over u en over mij en over een merkwaardige blinde vlek van de kerk waar we lid van zijn.
Het
nummer van Kerk in Stad dat u nu in handen heeft, gaat naar alle
leden van de Protestantse kerk in Groningen die zich zo betrokken
voelen dat ze financieel bijdragen aan onze kerk. Dat betekent niet
dat u nog wekelijks komt of zelfs dat u zich nog hardop gelovig
noemt. Als ik mensen tegenkom die zich zo aan de rand van onze kerk
begeven, is er één ding wat altijd ter sprake komt. Het gevoel dat
je je moet verontschuldigen en de ervaring en de angst om ter
verantwoording geroepen te worden. En waar ik echt dacht dat dit
soort bemoeizuchtige bekrompenheid iets van vroeger is, roept nu de
voorzitter van onze kerk de koning van ons land op het matje in de
krant. Dus even voor de zekerheid: de Protestantse Kerk in Groningen
geeft u dit nummer omdat we blij zijn met u bijdrage, omdat we hopen
dat wij iets te bieden hebben (het aanbod vindt u in dit blad) en
omdat wij zeker weten dat u ons iets te bieden heeft. Kom gerust
langs, twijfelen is toegestaan!
Deze column verscheen eerder in Kerk in Stad op 6 september 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten