Ik ben niet zo ambitieus. Of nee, ik ben wel ambitieus, maar
ik kan daar niet zo veel mee. Ik heb had de neiging een ambitie op
dezelfde manier te benaderen als de wens die je doet als je een vallende ster
ziet. Je wenst heel vurig en praat er met niemand over want anders komt het
niet uit. Bij vallende sterren heb ik wel eens gekregen wat ik wenste maar ik
kan vrij slecht hardmaken dat er een oorzakelijk verband is. Bij ambities weet
ik vrij zeker dat mijn methode niet werkt.
Een reƫle ambitie is een haalbaar doel. Iets dat potentieel
binnen je bereik ligt (een olympische medaille valt voor mij in de categorie:
ga jij maar een avondje sterrenkijken), maar waar je naartoe moet werken. Waar
je je voor moet ontwikkelen. Waar je dus anderen bij nodig hebt. Want in mijn
eentje leer ik niks.
Toen ik in februari vorig jaar aan mijn imkercursus begon
wist ik helemaal nog niet of ik wel bijen wilde. Het leek me boeiend en ik
wilde iets leren. Zodra de praktijklessen begonnen, was ik verkocht. Ik wilde
bijen, over een jaar of zo. Mijn docenten grinnikten daar eens om. Je leert het
toch pas in de praktijk en waarom zou je eerst een jaar alles gaan vergeten wat
wij je vertellen? Het feit dat ik met mijn handen die kast in durfde en tussen
die wolken insecten durfde te staan, maakte me een beetje licht in het hoofd en
voor ik het wist stond ik om me heen te roepen dat ik ergens een plek nodig had
(en kreeg er nog een ook), recruteerde ik een partner zodat ik niet alleen op
mijn neus zou gaan en werd ik lid van de vereniging van Carnica imkers omdat die
beginnende imkers een volkje cadeau doen.
En dus kwam er een dag dat ik een bericht op mijn antwoordapparaat vond.
Van een bedaarde, wat oudere imker uit Drenthe: 'Bel me even, ik heb een volkje
voor je staan.'
Het kwam voor geen meter uit. Op de dag dat ik de kast stond
te schilderen, probeerden we ook heel hard thuiszorg voor mijn dementerende
schoonmoeder en palliatieve zorg voor mijn stervende schoonvader te regelen.
Maar ik wilde echt graag bijen. Ik had best heel redelijke excuses om het nog
een tijdje uit of af te stellen. Maar ik wilde zo graag. Tegelijkertijd geloofde
ik er nog weinig van.
Het schilderen van die kast was daarom een beetje als het
schilderen van de babykamer van je eerste kind. Je doet het omdat het verwacht
wordt, alsof het zo hoort. Maar je gelooft toch niet echt dat daar een mensje
in komt te wonen? Tijdens het schilderen was ik al wel een beetje trots. Ik was
verder gekomen dan ik gedacht had met dat rare, voor mijn doen ambitieuze, ‘ik
word imker’-project. En nog niemand had
me keihard uitgelachen.. De geheime angst achter mijn 'ambities houd je voor
jezelf'- overtuiging.
Dus tijdens het schilderen, bedacht ik dat dat imkeren van
mij wel een heel mooi oefenterrein is. Waar ik kan leren het net
iets anders aan te pakken. En dus schreef ik een plannetje met ambities: Ik wil kinderlessen geven, ik wil een mooie honingoogst, ik wil een volk of 5 op een stuk of 3 plekken. Ik wil ooit
een toplattenkast en een vervolgcursus doen. En toen ik dat allemaal bedacht had,
fietste ik langs de bouwmarkt en schafte voor 59 cent een bevestiging van mijn
ambities aan.
Zo veel mensen vroegen mij het afgelopen jaar: 'Waarom staat
er een 1 op jouw kast?' Omdat ik 5 kasten wil! Mijn bijen kwamen levend de winter door, de
honingkamer loopt mooi vol, ik geef de komende maand iedere week wel een keer
een kinderles, deze winter ga ik op vervolgcursus en kijk: kast 2 is geschilderd! Komende week maak ik een aflegger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten