De kersen zijn rijp. We plukken, koken, wecken, eten. Spugen
pitten, zo ver als we kunnen. De kersen zijn rijp. In Amerika stoppen ze
kinderen in kooien, maar mijn kersen zijn rijp. Nooit hadden we zoveel kersen
aan de bomen als dit jaar. De zomer kwam hard. De zeeën stegen en in Amerika
stoppen ze kinderen in kooien. Zestien jaar is de boom.
Gekregen van vrienden, omdat er een kind kwam. Zijn boom,
geworteld in onze grond. Het kind steeds vrijer om te gaan en te staan waar hij
wil. Kersen te eten.
De kersen zijn rijp. Ik heb geen tijd voor de krant. Er
hangen vruchten aan de boom van mijn zoon. Kersen die iets kunnen worden. Ik
maak wijn, jam, vlaaivulling. Ik eet kersen en spuug de pit uit. Ik zet kersen
op brandewijn om de zomer te bewaren. Dan hebben we dat, als het donker wordt.
Ik ben zo druk, want de kersen zijn rijp.
In Amerika stoppen ze kinderen in kooien….
Godallemachtig……
Geen opmerkingen:
Een reactie posten